Op pad met de camper

4 augustus 2019

Vandaag gaat de rondreis beginnen! Marcel haalt de camper op en  wij pakken de boel ondertussen in, om 11 uur rijdt hij de straat in en we zijn natuurlijk erg benieuwd hoe het er allemaal van binnen uitziet. Op het eerste gezicht zeker comfortabel genoeg en het autorijden in die grote pick-up truck gaat lekker soepel. Wij slapen in het bovenste stuk en Iris op de bankjes met het tafeltje naar beneden. Verder klein keukentje, koelkast en niet onbelangrijk ook verwarming!
Er is 1 grote ringweg de nr 1 rond heel  IJsland, dit is de route die het meeste gedaan wordt. Wij gaan eerst langs de zuidkant van IJsland via deze weg tot circa 3 kwart naar het oosten. Daar zitten de meeste toeristische highlights, daarna gaan we een stukje terug tot halverwege en dan via het binnenland naar het noorden en tegen de klok in weer terug naar Reykjavik. Daar hebben we 10 dagen voor...
Op naar de eerste trekpleister, de Seljalandsfoss, een 65 meter hoge waterval waar je achter langs kunt lopen, IJsland heeft heel veel "fossen", er zullen er dus vast nog vele volgen. De bussen staan in de rij en ook de toeristen die natuurlijk allemaal achter de waterval door willen lopen, wij sluiten maar braaf aan. En het moet gezegd worden het is een spectaculair gezicht als je vanachter de waterval over het achterland kijkt. We lopen door naar nog een foss, de Gljufrabui, die ligt verscholen in een soort kloof en is daardoor ook erg bijzonder.

En verder gaat het langs de kust richting Vik, naar het zuidelijkste puntje van IJsland, Dyrholaey, een bijzondere klif in de zee en hier lopen we ook voor het eerst over de zwarte stranden van lavazand, met de witte schuimkloppen van de golven een mooi gezicht. 
Inmiddels is het tijd om een camping op te zoeken en we lezen over een fraaie camping in de vallei de Takgil, we moeten daarvoor wel eerst van de ringweg af en 16 km off-road. Eindelijk mag Marcel los met onze 4x4, moeiteloos trekt de Toyota de camper over de steile weggetjes. Gelukkig nog geen rivier om over te steken, maar dit vind ik om te beginnen al spannend genoeg. 
 

Foto’s